Op ons boerenbedrijf hebben koeien van het ras Hereford en Engelse Longhorn. Dit zijn beide vleesvee rassen van Engelse komaf met hun eigen specifieke kenmerken. Deze twee rassen lopen samen in 1 kudde buiten in de weide en kunnen naar binnen in de potstal.
Engelse Longhorn
Het Longhorn ras is heel oud. Het werd reeds afgebeeld op een schilderij uit 1784.
Vroeger werd het Lancashire, Leicestershire en Warwickshire genoemd, naar de regio’s waar ze veel voorkwamen. Het was oorspronkelijk een triple-doel type, gehouden voor de vette melk (kaasproductie), vlees en trekkracht. Ook het hoge percentage talgvet was van belang want dat werd o.a. gebruikt voor het maken van kaarsen en het smeren van machines.
De beroemde fokker Robert Bakewell vormde het in het midden van de 18e eeuw om tot het eerste gespecialiseerde vleesras. Het werd het wijdst verbreide ras in Engeland en Ierland, maar het stierf toch bijna uit, mede omdat de lange hoorns lastig waren bij de opkomende treintransporten. Na twee eeuwen waren er nog maar een paar honderd over.
De Rare Breed Survival Trust (de Engelse variant van Stichting Zeldzame Huisdierrassen) nam de Longhorn in 1974 in bescherming. In 2014 stonden weer 13.000 dieren in het stamboek ingeschreven. Ook onze Longhorns staan ingeschreven in het Engelse stamboek. Buiten Engeland zijn er slechts vier kudden: drie in Nederland en één in Duitsland.
Dit ras is oersterk, winterhard, zelfredzaam en produceert goed op een sober rantsoen. Het zijn rustige dieren. Bovendien is het een oud ras, heel zeldzaam en prachtig om te zien.
Het vlees van een Engelse Longhorn is erg verfijnd van smaak en zacht van structuur.